Wat begon met sleutelen aan een crossbrommer groeide uit tot een carrière in de hightech. Matt (57) werkt inmiddels 25 jaar bij AAE. Wat hem hier houdt? De technische uitdaging, het teamwork en de ruimte om te blijven groeien.
De start van een makerscarrière
Als tiener stond Matt elk weekend in de autogarage. Na de MTS en dienstplicht (1992) werkte hij in de machine‑revisie in de voedingsmiddelenindustrie en later via een detacheerder aan uiteenlopende mechatronica‑projecten.
Matt: “Ik ben van jongs af aan met techniek bezig. Ik heb nooit gedacht dat ik het verkeerde vak had gekozen. Dit was gewoon goed, wat echt bij mij paste.”
Van monteur naar Project Lead Assembly
In 2000 stapte Matt over naar AAE. Hij begon als monteur, werd eindmonteur en vervolgens projectcoördinator. Tegenwoordig is hij Project Lead Assembly: op de vloer bewaakt hij planning en kwaliteit en zorgt hij dat het team door kan, om het beoogde doel te kunnen halen.
De bekende driehoek Projectmanager – System Engineer – Project Lead is zijn speelveld. In kritische fases staat hij dicht op klant en team om knelpunten snel op te lossen.
Matt: “Soms lopen we natuurlijk tegen zaken aan in het maakproces. Zoals een tekening die in de praktijk niet uitpakt zoals bedacht. Gelukkig hoef ik niet alles te weten. Wel moet ik weten wie ik nodig heb. Dus in dat soort gevallen schakel ik met de engineer om samen tot een oplossing te komen. De deadline tikt natuurlijk door. Dan moet er staan wat we beloven.”
Projecten die bijblijven
Matt: “Een complex project dat me het meest is bijgebleven, is een 'single loop belt’ machine. Hierbij zat er veel techniek in heel weinig ruimte. Elk tandje, elke sensor moest precies samenwerken. Het moment dat de machine voor het eerst “vanzelf” goed draaide, gaf pure voldoening. Daar ben ik nog steeds trots op.
Ook een andere machine voor een grote hightech klant staat in zijn geheugen gegrift: “Twee grote robots, ingewikkelde handling en heel veel afhankelijkheden. In het begin stond ik er als project lead te vaak alleen voor; dat trok een wissel. Pas toen we met extra collega’s de schouders eronder zetten, kwam er ritme en overzicht. Het leerde me opnieuw hoe cruciaal samenwerking is: je hoeft het niet alleen te weten en te doen, als je maar weet bij wie je moet zijn. Dat gold ook hier weer. Dat is typisch AAE: iedereen staat altijd voor je klaar als het nodig is.”
AAE blijft in beweging
AAE groeide in Matts tijd naar bijna 550 collega’s. De organisatie werd groter en professioneler, maar de cultuur bleef.
Matt: “Vroeger kende je op de kerstborrel iedereen. Nu is de club groter, maar de organisatie is nog steeds plat en het familiegevoel is er, zeker in de teams waar je dagelijks mee werkt. Maar je ontkomt er niet aan: groei betekent ook meer processen.”
Matt gebruikt zijn interne netwerk om tempo te houden wanneer de druk oploopt.
Matt: “Snel schakelen kan nog steeds, je moet alleen beter je weg kennen.”
Werkplezier = vakmanschap + humor
Voor Matt is werkplezier onmisbaar. De klik met collega’s maakt het verschil. Matt: “Met veel collega’s kan ik lezen en schrijven. Dat werkt gewoon fijn en je houdt het samen leuk.”
En ja, er mag gelachen worden. “Een beetje flauwekul hoort erbij, zolang je serieus met je vak bezig bent.”
Zoals Matt het samenvat: “De sfeer is goed, het werk is schoon en droog, wat echt niet vanzelfsprekend is in de techniek. En technisch is het werk écht uitdagend. Vooral aan de PAA-kant kun je je mechanisch en mechatronisch hart ophalen.
Het mooiste? Samen met de klant finetunen tot de machine perfect draait, en ’m dan trots opleveren.”